Bachelorproef Landbouw (B-TM-Z26262)






Doelstellingen
De student:
Formuleert vanuit een probleemanalyse haalbare en realistische adviezen ter optimalisering van de werking en het rendement van zijn stagebedrijf, gebaseerd op relevante literatuur en onderzoeksresultaten.
Rapporteert efficiënt en doelgericht over de resultaten en het proces van de bachelorproef aan betrokkenen.
Presenteert doelgericht en afgestemd op doelpubliek de resultaten van de bachelorproef en het doorlopen proces.
Begintermen
De bachelorproef moet samen opgenomen worden met Z 26260 bedrijfsstage Landbouw
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor Agro- en Biotechnologie (Geel) (Afstudeerrichting Landbouw) 180 sp.
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Bachelorproef Landbouw (B-TM-Z64304)




Inhoud
"De bachelorproef is het sluitstuk van de bacheloropleiding. Met de bachelorproef bewijst de student dat hij beschikt over de competenties in het competentieprofiel van de opleiding en dat hij deze competenties kan integreren."
In de afstudeerrichting landbouw schrijft de student een bachelorrapport en hij/zij presenteert en verdedigt het voor een jury. Eén van de docenten van het opleidingsteam landbouw wordt als aanspreekpunt aangeduid.
De student is zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van richtlijnen, deadlines en het vragen naar ondersteuning.
A. Bachelorproefrapport
In de afstudeerfase dient de student een bachelorrapport in.
In principe vormt het bachelorrapport de onderbouwde synthese van de stagebundels.
Tijdens de stageperiode verwerft de student inzichten in de sterktes (strengths) en zwaktes (weaknesses) van de bedrijfsvoering. Hij/zij zoekt naar verbetermogelijkheden (opportunities), knelpunten (threats) en bepaalt de uitdagingen voor de toekomst. Dit is de SWOT-analyse van waaruit de student vertrekt.
Hiervoor maakt de student:
• Tijdens de stage-evaluatie op het einde van de eerste stageperiode (juni) een eerste bedrijfstechnische SWOT-analyse.
• In samenspraak met de bedrijfsleider maakt de student vanuit de eerste SWOT-analyse een eerste overzicht van de te analyseren problemen.
• Tijdens de stage-evaluatie in de tweede stageperiode (januari-februari) een tweede SWOT-analyse die bedrijfseconomisch en/of bedrijfstechnisch is.
Uiteindelijk schrijft de student in het bachelorrapport een wetenschappelijk onderbouwd bedrijfsadvies op basis van deze SWOT-analyse.
1 Inleiding
De student formuleert in de inleiding van het bachelorrapport de problemen op basis van strengths, weaknesses, opportunities en threats.
2 Methode
De student geeft kort aan welke stappen hij/zij precies gezet heeft om een advies te kunnen formuleren.
3 Synthese en analyse
Voorstelling van het bedrijf met duidelijke probleemsituering.
De student geeft de context en de toekomstvisie aan waarbinnen de probleemstelling past. Hij toont daarbij aan dat de gekozen problemen relevant zijn binnen het stagebedrijf of het vakgebied.
De student geeft duidelijk aan welke doelstelling(en) beoogd worden voor de problemen.
Oplijsten van mogelijke oplossingen voor de verschillende problemen.
De student zoekt voor de verschillende problemen een waaier aan oplossing(en) door eigen ideeën, logische redenering, inventiviteit, innovatie, creativiteit.
De student zal de mogelijke oplossingen onderbouwen vanuit diverse bronnen:
• Vakliteratuur: deze kan zowel wetenschappelijke bronnen (hoofdzakelijk via LIMO en Scholar) omvatten als bronnen over bedrijfseconomische thema’s of praktijkonderzoeken (literatuur van overheden, banken, sociale bureaus, studiediensten, vakorganisaties, vakbladen…)
• Praktijkgegevens vanuit de bedrijfsanalyse.
Het kiezen voor een verantwoorde oplossing voor elk probleem.
De student beoordeelt de verschillende oplossingen, zowel economisch als technisch.
Enkele voorbeelden:
• Welke effecten zijn vanuit de verschillende oplossingen te verwachten? Zijn er ook negatieve effecten te verwachten? Blijven er mogelijk restproblemen over?
• Hoe groot is de investeringslast?
• Wat is het effect op de variabele kosten (arbeid, energie,…)?
• Hoe zit het met de terugverdientijd & rendabiliteit?
• Welke invloed is te verwachten op het bedrijfsresultaat?
De student formuleert zelf één oplossing voor elk probleem.
Voorstel/stappenplan tot implementatie van de gekozen oplossing.
De student stelt een actieplan (stappenplan) op om de oplossing(en) uit te voeren op het stagebedrijf.
De student geeft aan welke beoogde doelen moeten gerealiseerd worden.
De student beschrijft hoe men de implementatie kan bewaken.
4 Discussie en besluit
De student geeft een samenvattend advies voor de verschillende geboden oplossingen. Hierbij verwoordt de student wat prioritair is vanuit de toekomstvisie. Een goed onderbouwde tijdslijn is hierbij aangewezen.
Literatuurlijst
De student voegt een literatuurlijst toe waarin hij/zij de gebruikte bronnen opneemt volgens de richtlijnen van de stijlwijzer. In de tekst zitten er correcte verwijzingen naar al de bronnen. Het niet verwijzen naar bronnen is een ernstige vorm van plagiaat en kan niet getolereerd worden. Vanaf het begin zorgt de student ervoor dat de bronverwijzingen aanwezig zijn.
Samenvatting: De student voegt voor de inleiding een samenvatting (abstract) in.
Deadlines
Er is slechts één officiële deadline per examenperiode, te raadplegen op de website van de mediatheek.
Richtlijnen voor het afleggen in de tweede examenperiode
• Voor het einde van september levert de student schriftelijk een eerste overzicht binnen, via een document op Toledo.
• Vanuit het ingeleverd document, krijgt de student voor eind oktober een begeleider toegewezen.
• Voor de kerstvakantie levert de student een voorlopige inleiding en het methodedeel in.
• Na de kerstvakantie volgt een eerste voorlopige literatuurlijst. Daaruit moet duidelijk blijken dat de student de beschikbare wetenschappelijke, economische en praktijkliteratuur gezocht en gevonden heeft.
• Eind januari presenteert de student op de stage-evaluatie een eerste overzicht van de bedrijfsanalyse. De jury deelt mondeling mee (via vraagstelling en opmerkingen) wat moet bijgestuurd worden.
• Eén maand voor de inleverdatum kan de student een laatste keer een versie bespreken met de toegewezen begeleider.
B. Presentatie & verdediging bachelorproef
De student presenteert en verdedigt de bachelorproef op het einde van de afstudeerfase voor een jury die bestaat uit docenten en mensen uit het werkveld.
In de presentatie bespreekt de student in maximum vijftien minuten de kern van het rapport:
• De student toont met de presentatie aan dat hij/zij het stagebedrijf doorgelicht heeft aan de hand van een SWOT-analyse;
• De student verantwoordt zijn/haar keuzes;
• De student formuleert een onderbouwd advies en past dit in binnen de concrete bedrijfseconomische context van het stagebedrijf;
• De student formuleert hoe hij/zij tot dat advies gekomen is;
• De student evalueert zijn/haar eigen werk kritisch
In de verdediging zullen de juryleden vragen stellen.
Evaluatieregeling bachelorrapport
Voor de evaluatie van de bachelorrapport, die 6 studiepunten omvat, is een speciale regeling uitgewerkt:
• Wanneer je niet zeker bent of je werk voldoet aan alle eisen, vraag je advies aan je begeleider. Deze zal je mondeling feedback geven. Het is jouw taak om tussentijds een overzicht bij te houden van de opmerkingen die je van je begeleiders krijgt. In de loop van het bachelorproeftraject doe je daarnaast regelmatig een zelfevaluatie met de rapportevaluatiefiche. Daaraan kan je afmeten of je op schema zit en welke zaken je extra aandacht moet geven.
• Je bachelorproefrapport wordt geëvalueerd op basis van de criteria die vastgelegd worden in evaluatiefiches. Het rapport wordt alleszins op zich geëvalueerd voorafgaand aan de presentatie en verdediging.
• Volgende competenties worden beoordeeld: vakmanschap, economische inzichten, probleemanalyse, alternatieven ontwikkelen, alternatieven evalueren en selecteren, implementeren en follow up, uitdrukkingsvaardigheid en rapporteren. De student moet voor elke competentie minstens niveau C behalen om te slagen.
• De bachelorproef is niet tolereerbaar.
• Het bachelorproefrapport en de verdediging ervan worden als één geheel beschouwd. De jury kan beslissen dat het rapport niet moet herschreven worden.
• Plagiaat levert steeds een onvoldoende op.
• Vóór de volgende examenperiode krijgt de student de evaluatiefiches zodat hij inzicht krijgt in welke competenties hij moet bijwerken. Dus het bachelorrapport wordt bijgewerkt, de presentatie en de verdediging worden opnieuw gedaan en alle te bewijzen competenties worden opnieuw beoordeeld.
In geval van persoonlijke en vertrouwelijke informatie zal de bachelorproef niet openbaar worden gemaakt, hetgeen wel gebeurt met elk ander eindwerk.
Evaluatieactiviteiten
Bachelorproef Landbouw (B-TM-Z96262)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Niet tolereerbaar OPO
Evaluatie omvat:
Bachelorproefrapport
Evaluatie op basis van de criteria vastgelegd in de evaluatiefiche (terug te vinden op Canvas).
Het rapport wordt geëvalueerd voorafgaand aan de presentatie en verdediging.
Plagiaat levert steeds een onvoldoende op.
Presentatie & verdediging bachelorproef
Presentatie en verdediging voor een jury bestaande uit docenten en werkveldexperten.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
Niet tolereerbaar OPO
Evaluatie omvat:
Bachelorproefrapport
Evaluatie op basis van de criteria vastgelegd in de evaluatiefiche (terug te vinden op Canvas).
Het rapport wordt geëvalueerd voorafgaand aan de presentatie en verdediging.
Plagiaat levert steeds een onvoldoende op.
Presentatie & verdediging bachelorproef
Presentatie en verdediging voor een jury bestaande uit docenten en werkveldexperten.
Via de evaluatiefiches krijgt de student zicht op de leerdoelen hij moet bijwerken.
Het bachelorrapport wordt bijgewerkt, de presentatie en de verdediging worden opnieuw gedaan en alle te bewijzen leerdoelen worden opnieuw beoordeeld.