Doelstellingen

• Je past de principes van gezondheid en veiligheid in de chirurgische praktijk toe bij een gegeven casus.
• Je beschrijft de juiste technieken voor de wettelijk toegelaten afnamen, bewaring en analyses van dierlijke stalen.
• Je werkt volgens de geldende afspraken rond hygiëne, steriliteit en veiligheid.
• Je hanteert en fixeert huisdieren voor diverse onderzoeken en handelingen op een veilige manier, rekening houdend met de lichaamstaal van het dier.
• Je voert een basis klinisch onderzoek uit bij huisdieren.
• Je steriliseert medisch materiaal en weet de steriliteit te behouden.
• Je benoemt correct chirurgisch materiaal inclusief de functie ervan.
• Je bereidt jezelf en de patiënt voor op chirurgie.
• Je berekent medicatie voor een gegeven casus.
• Je dient medicatie op een correcte wijze toe aan een huisdier en rapporteert correct.
• Je voert specifieke dierverpleegkundige basishandelingen correct uit en kadert deze in de theorie.
• Je brengt specifieke gesprekken uit de Dialogue Trainer tot een goed einde.
• Je voert 2 simulatiegesprekken op basis van de inzichten uit de Dialogue Trainer.

Begintermen

Je dient geslaagd te zijn voor Dierverpleegkunde 1, alvorens je Dierverpleegkunde 2.1 kan opnemen.

Plaats in het onderwijsaanbod

• Bachelor Agro- en Biotechnologie (Geel) 180 sp.

Toleranties

Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):

• Bachelor Agro- en Biotechnologie (Geel) 180 sp.