Nederlands 3 (B-TM-Z25688)




Doelstellingen
LITERATUUR
De student:
- bespreekt de vorm en inhoud van een gedicht d.m.v. kennis over literaire stromingen, poëtische genres, dichtvormen, rijmschema’s en stijlfiguren.
- werkt doelgerichte en activerende leeractiviteiten rond gedichten (bouwstenen, inhoud, creatief schrijven) uit.
- reflecteert op en dialogeert over de eigen culturele beleving en onderwijskundige ontwikkelingen.
TAALBESCHOUWING
De student:
- benoemt de verschillende soorten zinnen en zinsdelen en kan er zelf voorbeelden van geven.
- verklaart de vorm en het gebruik van zinssoorten en zinsdelen op leerlingniveau.
- legt aan de hand van concrete voorbeelden taalbeschouwelijke begrippen binnen het syntactische, pragmatische en tekstuele domein uit.
VAARDIGHEDEN
De student:
- argumenteert door middel van een adequaat gebruik van heldere standpunten en overtuigende argumenten (pro en contra).
- ontwikkelt en analyseert spreek- en schrijfkaders;
- ontwikkelt en beoordeelt evaluatiekaders, die beantwoorden aan de eisen van doelmatigheid en rechtvaardigheid.
Begintermen
De student handelt vanuit zijn reeds behaalde pedagogisch-didactische bekwaamheid.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
Z14420 : Nederlands W3 (Niet meer aangeboden dit academiejaar)
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
9 sp. Nederlands WES3 (B-TM-Z63369)




Inhoud
In Nederlands WES 3 komen de volgende vakinhouden en vakdidactiek aan bod.
LITERATUUR
- poëtische genres
- geschiedenis van de poëzie
- bouwstenen van een gedicht: taal en stijl
- soorten dichtvormen, rijmschema’s en stijlfiguren
TAALBESCHOUWING
- syntaxis: zinssoorten en zinsdelen
- taalpragmatiek: soorten redeneringen (incl. drogredenen) en argumentatiestructuren
VAARDIGHEDEN
- argumenteren: standpunt, argument, retorische technieken
- spreekvaardigheid: debat en discussie
- schrijfvaardigheid: recensie, betoog, klachtenbrief
- spreek- en schrijfkaders
Studiemateriaal
Studiekost: meer dan 100 euro (De informatie over studiekosten zoals hier opgenomen is indicatief en geeft enkel de prijs weer bij aankoop van nieuw materiaal. Er zijn mogelijk ook e- en tweedehandskopijen beschikbaar. Op LIMO kan je nagaan of het handboek beschikbaar is in de bibliotheek. Eventuele printkosten en optioneel studiemateriaal zijn niet in deze prijs vervat.)
In het WES-traject is er een combinatie van zelfstudiemateriaal dat online wordt aangeboden (bv. kennisclips, schema’s, cursussen, ... ) en materiaal dat op papier wordt aangeboden (bv. via de cursusdienst). Alle verplichte materialen worden ook in andere OPO's Nederlands gebruikt.
Verplicht studiemateriaal:
- online leerplannen Nederlands 1ste en 2de graad secundair onderwijs
- online cursusmateriaal via Canvas
- Joosten, C., Peppelenbos, C., & Temme, B. (2020). Basisboek Literatuur. Groningen: Uitgeverij kleine Uil.
- Schiepers, M. e.a. (2022). Voluit taal. Didactiek Nederlands voor de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs. Gent, OWL Press.
- Schryver, De, J., Haeseryn, W., & Rutten, G. (2007 (later nog verschillende keren herdrukt, bv. in 2012). Handboek Spraakkunst. Plantyn.
Verdiepend studiemateriaal:
- Schryver, De, J., Haeseryn, W., & Rutten, G. (2007, later nog verschillende keren herdrukt, bv. in 2012). Oefenboek Spraakkunst. Plantyn.
- Smedts, W., & Van Belle, W. (2011). Taalboek Nederlands. Kalmthout: Pelckmans.
- Smessaert, H., Vanden Wyngaerd, G., Van Craenenbroeck, J. (2019). Basisbegrippen taalkunde. Morfologie en Syntaxis. Leuven: Acco.
- van den Branden, K. (2023). Taal op school. Pelckmans.
- Van den Wijngaerde, C.-J., Boeykens, T. & Vandenberghe, B. (2017). Helder Nederlands. Wommelgem: Van In.
- Wolf, H. (2018). Basisboek syntaxis. Groningen: kleine Uil.
Toelichting werkvorm
Contactmomenten met voorbereidende opdrachten en verwerkingsopdrachten. Tijdens het contactmoment wordt een aanbod voorzien door de docent (zie planning) waarin de belangrijkste onderwerpen worden toegelicht of waarbij onder begeleiding oefeningen worden gemaakt. Er wordt ook tijd voorzien om vraaggestuurd te werken: studenten kunnen op voorhand vragen om bepaalde onderwerpen, oefeningen, taken … te bespreken.
Evaluatieactiviteiten
Nederlands WES3 (B-TM-Z95688)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Verhouding permanente evaluatie – examen:
Examen: 50%
Het schriftelijk examen bestaat uit 2 delen.
Permanente evaluatie: 50%
- cultuurportfolio: 15%
- recensie: 5%
- poëzieleerpad: 15%
- evaluatie schriftelijke taalvaardigheid: 15%
Opmerking: de student kan nog drie dagen na de deadline zijn opdracht indienen, maar verliest wel één punt per dag vertraging. Indien de student die afspraak niet nakomt, resulteert dat in 0/20 voor de opdracht in kwestie.
Correct gebruik van de Nederlandse standaardtaal, zowel schriftelijk als mondeling, vormt deel van de evaluatie.
Clausules:
Examen: de student dient voor beide examenonderdelen minimum 50% te behalen. Indien dat niet het geval is, kan er geen compensatie plaatsvinden. De student kan dan nog maximaal 7 op 20 behalen voor het gehele OPO.
Permanente evaluatie: de student dient alle grote opdrachten (min. 15%) te maken én moet voor het totaal van de permanente evaluatie minimum 9 op 20 behalen. Indien er niet aan die voorwaarden voldaan wordt, kan er geen compensatie plaatsvinden. De student kan dan maximaal 7 op 20 behalen voor het gehele OPO.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
De verhouding tussen de permanente evaluatie (50%) en het examen (50%) blijft behouden.
De student legt bij de herkansing het examen opnieuw af, ongeacht het resultaat in de eerste examenperiode.
In de derde examenperiode herwerkt de student op individuele basis de opdrachten binnen de permanente evaluatie en schrijft bijkomend een reflectieverslag. Opdrachten waarvoor de student tijdens de tweede examenperiode een voldoende behaalde, moet hij niet hernemen in de derde examenperiode (EP3). De student kan er in dat geval voor kiezen om het cijfer te behouden. Indien de student een opdracht niet maakte in de tweede examenperiode, dan werkt hij/zij die uit voor EP3, maar zonder reflectieverslag.
Clausules:
Examen: de student dient voor beide examenonderdelen minimum 50% te behalen. Indien dat niet het geval is, kan er geen compensatie plaatsvinden. De student kan dan nog maximaal 7 op 20 behalen voor het gehele OPO.
Permanente evaluatie: de student dient alle grote opdrachten (min. 15%) te maken én moet voor het totaal van de permanente evaluatie minimum 9 op 20 behalen. Indien er niet aan die voorwaarden voldaan wordt, kan er geen compensatie plaatsvinden. De student kan dan maximaal 7 op 20 behalen voor het gehele OPO.